Kwaliteit

Op De Kameleon staat de kwaliteit van ons onderwijs centraal. We werken continu aan verbetering en ontwikkeling. Dat doen we op basis van gerichte metingen, observaties en gesprekken. Hiervoor gebruiken we de volgende instrumenten:

  • Methodegebonden toetsen: leerkrachten analyseren de resultaten en passen hun lessen hierop aan.
  • Cito-toetsen (Leerling in Beeld): twee keer per jaar vergelijken we deze methode-onafhankelijke resultaten met het landelijk gemiddelde.
  • Toetskalender: zorgt voor een gestructureerde opbouw en planning.
  • Leerlingbesprekingen: de kwaliteitscoördinator (KC) bespreekt met leerkrachten de voortgang per leerling en groep.
  • Gesprekscyclus: twee keer per jaar voert de directeur een reflectiegesprek met iedere leerkracht.
  • Scholing en professionalisering: op basis van analyses en ambities volgen teamleden passende cursussen of trainingen.
  • Tevredenheidsonderzoeken: periodiek vragen we leerlingen, ouders en medewerkers naar hun ervaringen. De uitkomsten gebruiken we om ons beleid bij te stellen.
  • Schoolverbeterplan: hierin leggen we concrete verbeterpunten en doelen vast. De uitvoering ervan monitoren we gedurende het schooljaar.
  • Observatie-instrumenten: zoals Kleuter in Beeld SEO en Leerling in Beeld SEO. Op basis van deze observaties stellen we in zorgbordsessies vast welke accenten de komende periode extra aandacht verdienen.

Zorg voor onze kinderen

Op De Kameleon volgen we de ontwikkeling van ieder kind zorgvuldig. We kijken niet alleen naar leerresultaten, maar ook naar gedrag, betrokkenheid en sociaal-emotioneel welzijn. Kinderen leren en groeien op verschillende manieren, en ons doel is dat ieder kind tot zijn recht komt.

Hoe volgen we de ontwikkeling?
Vanaf groep 1 werken we met een leerlingvolgsysteem (LVS) waarin we observaties, toetsresultaten en andere gegevens vastleggen. In de onderbouw gebruiken we Kleuter in Beeld, dat inzicht geeft in brede ontwikkelingsgebieden. Vanaf groep 3 maken we gebruik van Leerling in Beeld, waarin we leerprestaties én sociaal-emotionele ontwikkeling volgen.
Daarnaast nemen we zowel methodegebonden als methode-onafhankelijke toetsen af:

  • Methodegebonden toetsen (bijvoorbeeld van Staal of Wereld in Getallen) meten wat een kind van de aangeboden leerstof heeft begrepen.
  • Methode-onafhankelijke toetsen (zoals Cito’s Leerling in Beeld) vergelijken de ontwikkeling met landelijke gemiddelden.

Wat doen we met de resultaten?
Leerkrachten analyseren meerdere keren per jaar de toetsgegevens en observaties. Vervolgens:

  • stellen zij groepsplannen op;
  • stemmen zij hun instructie en begeleiding af;
  • signaleren zij leerlingen die extra ondersteuning of extra uitdaging nodig hebben.
     

Leerlingen die opvallen, worden besproken met de kwaliteitscoördinator. Zo nodig wordt er extra ondersteuning ingezet of een ontwikkelingsplan opgesteld. Ook ouders worden betrokken bij deze stappen.

In ons team kijken we naar de bredere lijn: wat valt op binnen de groep, de bouw of de school? Op basis daarvan stellen we doelen en verbeteren we ons onderwijs gericht en planmatig. Zo zorgen we er samen voor dat ieder kind zich kan ontwikkelen op een manier die bij hem of haar past.

Rapportage

Iedere leerling krijgt twee keer per jaar een rapport. Sinds schooljaar 2024-2025 gebruiken we een vernieuwd rapport, waarin ook het kind zelf een actieve rol speelt.

Ouder- en kindgesprekken:

  • Na 6 weken: gericht op het sociaal-emotioneel welbevinden en de start in de nieuwe groep.
  • Februari en juni: focus op resultaten én welbevinden. Vanaf groep 6 sluiten de kinderen aan bij het gesprek, zodat zij mee kunnen praten over hun eigen leerproces.

We vinden het belangrijk dat kinderen eigenaar zijn van hun ontwikkeling. Ze kunnen vaak goed benoemen wat ze lastig vinden, waar ze hulp bij nodig hebben en waar ze trots op zijn.

Resultaten en uitstroom

De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt of scholen voldoende kwaliteit leveren. Een belangrijk onderdeel van die beoordeling zijn de resultaten van de eindtoets in groep 8, specifiek op de onderdelen Nederlandse taal en rekenen.

De toetsresultaten worden uitgedrukt in zogenaamde referentieniveaus:

  • 1F (fundamenteel niveau): het basisniveau dat alle leerlingen zouden moeten behalen.
  • 1S/2F (streefniveau): een hoger niveau dat leerlingen kunnen bereiken.

Om te bepalen of een school voldoende presteert, vergelijkt de inspectie het percentage leerlingen dat deze niveaus behaalt met vooraf vastgestelde ondergrenzen: de signaleringswaarden.

Scoort een school op beide niveaus boven deze signaleringswaarden? Dan zijn de resultaten voldoende. Scoort een school daaronder, dan kan dat voor de inspectie aanleiding zijn voor nader onderzoek.

Resultaat %1F behaald (over 3 schooljaren)

 

Resultaat %1S/2F behaald (over 3 schooljaren)

 

De resultaten van ons onderwijs worden ook gebruikt om het onderwijs te evalueren en waar nodig te verbeteren. Naar aanleiding van de Citoscores in januari en in juni maakt de school een zogenaamde schoolzelfanalyse. Hierbij kunnen aan de hand van resultaten, verbeterpunten gesignaleerd worden. Deze analyse wordt in het team besproken en voor verbeterpunten wordt een plan opgesteld en uitgevoerd. Doordat dit halfjaarlijks terugkomt, is de Kameleon in staat haar onderwijs voortdurend bij te stellen. Wij noemen dit opbrengstgericht werken. Hierbij stellen wij hoge, reële doelen per groep.